De meeste mensen denken bij de term lycra aan strakke sportbroeken, fietsbroeken en soortgelijke nauwsluitende, zeer flexibele sportkleding en ondergoed. Veel minder mensen weten echter dat lycra een handelsmerk is van het Amerikaanse bedrijf DuPont. Synthetische vezels van spandex ofwel Elastan zijn identiek, maar mogen geen lycra worden genoemd.
Lycra gaat terug tot de chemicus Joseph Shivers, die in de jaren vijftig voor het Amerikaanse chemiebedrijf DuPont in Virginia werkte. Hij ontwikkelde een nieuw soort zeer elastisch mengsel van polyester en polyurethaan, dat in 1959 voor het eerst op de markt werd gebracht onder de naam Fibre K. Dankzij het polyurethaangehalte van 85% kon de nieuwe synthetische vezel worden uitgerekt tot driemaal de oorspronkelijke lengte. Vanaf 1962 werd de vezel op de markt gebracht onder de naam lycra en verspreidde deze zich snel over de hele wereld. Dit bracht andere bedrijven ertoe soortgelijke rekbare stoffen te ontwikkelen en onder andere namen op de markt te brengen. Aangezien puur lycra veel op rubber lijkt en niet erg comfortabel is om te dragen, wordt de synthetische vezel altijd gemengd met andere vezels, zoals polyester of polyamide. Afhankelijk van de gewenste rekbaarheid varieert het aandeel Elastan.
Lycra wordt overal gebruikt waar kleding nauwsluitend en toch elastisch moet zijn. Bepaalde sportkleding, zoals strakke leggings, fietsbroeken en nauwsluitende bovenkleding, bevatten een vrij hoog aandeel lycra, zodat ze volledige bewegingsvrijheid bieden tijdens het sporten zonder dat te ruime kleding de sporter hindert. Het aandeel lycra in zwemkleding, zoals badpakken, bikini's en klassieke mannenzwembroeken, is eveneens hoog. Ook hier mag de zwemmer niet door stof worden beperkt in zijn bewegingen. Panty's, sokken en kousen bevatten meestal Elastan, zodat ze goed aansluiten op het lichaam en niet afzakken. Lycra heeft bijvoorbeeld de vroeger alomtegenwoordige jarretelgordel overbodig gemaakt. Zogenaamde compressiekousen, die worden gedragen ter bescherming tegen trombose, bevatten een groter aandeel lycra dan gewone kousen. Hierdoor wordt van buitenaf druk uitgeoefend op het beenweefsel om beschadigde aderen te ontlasten. Veel recreatieve sporters, zoals langeafstandslopers en bergwandelaars, dragen tegenwoordig lichtgewicht compressiekousen in de hoop dat deze de bloeddoorstroming in de beenspieren verbeteren en pijnlijke spieren na het sporten voorkomen.
Ondergoed is ook vaak voorzien van lycra, om ervoor te zorgen dat dit nauwsluitend maar ook comfortabel zit onder kleding. Dit geldt voor beha's, slips en hemden. Het aandeel Elastan in normaal ondergoed is vrij laag maar zogenaamde shapewear bevat veel meer lycra, om een compressie-effect te bereiken dat vergelijkbaar is met dat van compressiekousen. Dit effect wordt nagestreefd om cosmetische redenen; shapewear wordt bijvoorbeeld geacht een plattere buik tevoorschijn te toveren of de billen vorm te geven. Een laatste toepassingsgebied voor lycra zijn zogenaamde catsuits, nauwsluitende pakken die worden gedragen bij ballet, theatervoorstellingen en andere artistieke activiteiten. Sinds enkele jaren verschijnen catsuits ook op muziekfestivals of - geverfd in de respectievelijke nationale kleuren - bij internationale sportevenementen.
Zonder de juiste verzorging verliest lycra zijn elasticiteit. Wat een strakke legging zou moeten zijn, gaat dan geleidelijk aan te los om de benen zitten en kniehoge sokken glijden af tot op de enkels. De wastemperatuur is van het grootste belang: kleding met lycra mag niet boven de 30°C worden gewassen, omdat de warmte de vezels vernietigt. Ook een wasverzachter en drogen in de droger moeten worden vermeden. Centrifugeren mag alleen kort en op de laagst mogelijke snelheid gebeuren. Als kleding met lycra vervolgens liggend wordt gedroogd en niet aan de waslijn wordt gehangen, blijft de elasticiteit lang behouden.